door parochiaanvoorganger Willy van Bussel uit Wijhe.
Beste medegelovigen,
terwijl afgelopen woensdag de Veertigdagentijd begonnen is, een periode van het jaar waarin we worden uitgedaagd kritisch naar onze manier van leven in het geloof te kijken, is de vrede in ons deel van de wereld ineens onzeker geworden. Vrede, een woord dat iedere viering meerdere malen voorbij komt. We bidden om vrede, we zingen over vrede, we wensen elkaar vrede toe. We vinden dat heel gewoon. Helaas is er altijd wel ergens op aarde oorlog, worden mensen onderdrukt, daar bidden we continue voor, we houden er acties voor en dragen ons steentje bij waar het kan.

Maar zo dichtbij als nu is oorlog lang niet geweest. De beelden die we dagelijks zien zijn ontstellend en schokkend, het is niet te bevatten en maakt ons misschien ook wel angstig wat er nog komen gaat. We maken van dichtbij mee wat een sluwe en kwaadaardige machthebber kan aanrichten en hoe meedogenloos dat mensen raakt. 
Het Joodse volk, in de eerste lezing, werd lang onderdrukt, was in slavernij in Egypte, gevangen genomen en weggevoerd van hunn vredig bestaan. Maar ze wisten uiteindelijk weg te komen en God ging met ze mee op hun lange weg door de woestijn. Een lange weg vol ontberingen op weg naar een grote belofte, een beloofd land van vrede, van melk en honing, waar het leven goed zal zijn.

Wij kunnen er ons geen voorstelling van maken hoe het moet voelen als je op de vlucht bent. Al die mensen, gezinnen die nu op de vlucht zijn uit Oekraïne we zien het iedere dag op de tv. Ze hebben alles achter gelaten, soms ook familie die niet mee wil of kan. Vaders die achter moeten blijven om te vechten. Zien ze elkaar weer terug?
Voor deze mensen geen beloofd land, alleen de tergende onzekerheid over wat ze zullen terug vinden als ze ooit weer naar huis terug kunnen. Mensen op de vlucht voor oorlog gaan ook door de woestijn. Het hebben van een thuis, een veilig dak boven je hoofd, en voldoende te eten, is een oerbehoefte van de mens.
Jezus verbleef aan de vooravond van Zijn openbare leven vrijwillig veertig dagen in de woestijn vertelt ons het evangelie. Na een tijd van vasten en bidden had Hij honger en kwam de duivel om Hem op de proef te stellen.

‘Beveel aan die steen dat hij in brood verandert’, zegt de duivel, en met dat brood bedoelt hij meer dan alleen een brood dat je op kunt eten. De menselijke oerwens naar voedsel, naar brood en een thuis is tegelijk ook de oer-bekoring om die wens met behulp van geld en bezit in vervulling te doen gaan. Maar Jezus zegt: „De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat uit Gods mond komt.” Daarmee bedoelt Hij dat de mens ook geestelijk voedsel nodig heeft om niet te verkommeren – en juist dat geestelijk voedsel wil Hij ons geven.
Een tweede oerwens van de mens, en dus ook een bron van bekoring is: Erkend te worden en aanzien te genieten! Hoe goed doet het ons mensen niet om door anderen erkend te worden, en dat is in de basis een normale menselijke behoefte. Maar het gaat hier om de verleiding ver boven de anderen uit te stijgen in macht en aanzien. „Als ge voor mij neervalt en mij aanbidt, zult Gij dat allemaal bezitten,“ zegt de duivel tegen Jezus.

Ook voor ons loert het gevaar van de verleiding om meer aanzien te krijgen. Het zich onderwerpen en aanpassen aan alles wat de moderne afgoden van ons verwachten. De vele soorten reclame bv., die ons wil doen geloven dat alles alleen draait om jonge en dynamische mensen. De druk die deze media op je kunnen leggen dat je alleen meetelt als je meedoet met de hype van de laatste mode, je gezicht laat liften, topfit, strak en slank bent en in de nieuwste auto rijdt. En hoe velen onder ons maken zich niet afhankelijk van anderen, alleen maar om erbij te kunnen horen, voor zichzelf wat lof en erkenning te krijgen.

Het is een oerwens van de mens om aanzien te vergaren, om naam te maken. En dan is er natuurlijk de bekoring om dat geliefd worden ook te kopen, tegen elke prijs. We zien het soms voor onze ogen gebeuren. Desnoods voor de prijs van onderwerping en afhankelijkheid. Jezus zegt: “De Heer uw God zult ge aanbidden, en Hem alleen dienen.”  God heeft ons de vrijheid en waardigheid gegeven, en Zijn eer en zijn doel bestaat erin dat wij oprechte vrije mensen worden die ook de ander in vrijheid en waardigheid laat leven.
De derde verleiding luidt: Macht uit te oefenen, invloed te nemen, jezelf te ontplooien, onafhankelijk te zijn. Boven op de muur van de stadspoort zegt de duivel: “Wanneer je Gods zoon bent, stort je dan naar beneden. Probeer het maar. Wat kan er jou gebeuren? Je hebt toch macht! “

Maar waar brengt die macht ons wanneer wij alleen maar aan eigen voordeel denken en niet aan het welzijn van anderen? Macht is alleen maar menselijk en kan vrucht dragen wanneer ze dienend is en helpt, wanneer ze de andere mens opricht in plaats van hem onderdrukt en klein houdt. Hoe gaan wij met de macht, die ons gegeven is, en die wij uitoefenen, om? Zijn de mensen die met mij te doen hebben, angstig, terneergeslagen of bedrukt? Of weten ze dat ik hen oprecht serieus neem?

Jezus zegt: “Gij zult de Heer, uw god, niet op de proef stellen.” En Hij verwijst daarbij naar de manier waarop God zijn macht uitoefent. Aan het kruis wordt dat overduidelijk. Alles, zelfs zichzelf, zal Hij weggeven, alleen maar opdat anderen leven in overvloed hebben.

Zo sterk als Jezus opgewassen is tegen de verleidingen, zo krachteloos zijn wij soms in onze menselijke zwakheden en daarin worden wij op de proef gesteld. Maar wij kunnen wel leren om de grote verleidingen in ons leven op tijd te herkennen, deze zonder angst en gelaten in de ogen kijken, en te weerstaan. Dan zijn ze lang niet meer zo gevaarlijk als voorheen.
Moge de komende tijd op weg naar Pasen ons de inspiratie en kracht geven om een beter mens te worden. En ook een tijd waarin we weer leren geloven dat God niet ver van ons weg is, maar altijd met ons meegaat en ons de goede weg wijst. Als we daarvoor open staan. Amen.