Stille Week
Het voorjaar komt, de knoppen breken
en bloesems geven taal noch teken.
De vogels zingen. God wat is dat mooi.
Ook ik wil zingen in mijn alledaagse kooi.
Maar kan niet. Deze dagen staat
tussen de takken uw bebloed gelaat.
De bomen lopen wonderbaarlijk uit
rond uw verminkte, naakte huid.
Spijkers die hand en hout doorboren,
de aarde bloeit als nooit tevoren.
Ik hunker naar wat gaande is,
naar opbloei, naar verrijzenis.
Maar kan het voorjaar nog niet aan,
eerst moet de Heer zijn opgestaan.
Jaap Zijlstra
Hoe treffend zijn de woorden uit dit gedicht nu, in dit bijzondere jaar 2020, waarin we allemaal te kampen hebben met het coronavirus
en al zijn afschuwelijke gevolgen. Het verwoordt heel sterk het dubbele gezicht dat ik dit voorjaar ervaar op weg naar en met Pasen.
Zoveel ziekte, lijden, lichamelijk, geestelijk, economisch, zoveel sterven om ons heen.
En toch … ook in 2020, ook nu wordt het Pasen.
Alleen ik - en velen met mij - kan dit voorjaar nog niet aan.
Hoe kan ik de Levende zien, te midden van al deze ellende?
Ik denk aan Maria, die in alle vroegte naar het graf kwam, maar haar Heer daar niet vond. Zij vond de Hovenier.
Hij noemde haar bij haar naam en zij zag Jezus Christus, die Leeft. Soms lukt het ook ons een glimp te zien van dat Leven, dat doorgaat.
De Hovenier helpt ons daarbij, want overal waar wij de bloemen, bloesems, nestelende zingende vogels zien en horen, daar zien wij de tekenen van het lege graf.
Het zijn stuk voor stuk boodschappers van het Leven, dat doorgaat.
Lieve mensen,
heel graag willen wij
- het PCI-bestuur, onze diaconaal werker Hans en ik, Lonneke –
u een oprechte groet brengen.
En danken: voor de geweldige en zeker ook creatieve inzet voor elkaar!!!
Zalig Pasen, wees lief voor uzelf en voor elkaar.