“Ik ben de deur” (Johannes 10, 9)
Op 3 mei a.s. klinken in de zondagsliturgie deze woorden van Jezus : “ Ik ben de deur van de schapen….Als iemand door mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in- en uitgaan en weide vinden”.
Het beeld van de deur waarmee Jezus zichzelf typeert, vind ik heel treffend in deze uiterst zorgelijke tijden. De deur vervult altijd al een bijzondere rol. Maar dezer dagen helemaal. De deur houdt enerzijds bedreiging, besmetting buiten en tegelijk biedt het ( in het geval van ziekenhuizen) toegang tot mogelijk redding en genezing.
De uitdrukking “voor een gesloten deur komen staan” krijgt dezer dagen wel een hele realistische en trieste inhoud. Om mensen zoveel mogelijk te behoeden voor besmetting met het coronavirus, zijn de deuren van horecazaken, scholen, kappers en heel veel andere bedrijven gesloten. Verpleeg- en verzorgingshuizen hebben hun deuren moeten sluiten om hun kwetsbare bewoners te beschermen. Mensen gaan, om besmetting tegen te gaan, zo weinig mogelijk de deur uit.
Tegelijkertijd gaan juist heel veel mensen wél de deur uit om mensen in onze samenleving bij te staan als bijvoorbeeld verzorgende, vuilnisophaler, brandweerman of -vrouw, schoonmakers, politieagent etc. Achter de deuren van ziekenhuizen en I.C’s wordt heroïsch strijd geleverd door artsen en verpleegkundigen om patiënten die besmet zijn met het virus te behandelen. Hulde en dank brengen aan mensen die daarvoor de deur uitgaan, kan niet genoeg beklemtoond worden.
Waar mogelijk staan de deuren van onze kerken ook open om mensen – weliswaar op gepaste afstand – binnen te laten en gelegenheid te bieden een kaarsje op te steken bij Maria of even stil te bidden. De deuren van onze kerken verbeelden daarmee heel letterlijk wat Jezus bedoelt als Hij zegt: “Ik ben de deur”. Bij Hem kun je altijd binnenkomen. Zijn deur staat altijd voor je open. Ik hoop dat wij en zeker die mensen onder ons die dezer dagen de deur niet uit mogen/kunnen/durven in gebed bij Maria of Jezus “op bezoek gaan” . Hun deur staat altijd voor ons open en bij hen kunnen wij onze zorgen, onze angst en pijn uitspreken. Ik vertrouw erop dat u daar heel veel troost en kracht uit kunt putten.
Misschien heeft u zich bij het lezen van deze woorden afgevraagd waarom ik in mijn openingszin refereer aan de woorden van Jezus in de zondagsliturgie van 3 mei. Dat komt omdat 3 mei 2020 voor mij persoonlijk best wel een belangrijke datum is. Op 3 mei nl. ben ik precies 66 jaar en 4 maanden. En dat betekent dat ik dan de pensioengerechtigde leeftijd bereik en dus met pensioen ga. Ik sluit dan de spreekwoordelijke deur van mijn pastorale loopbaan. Aan bijna 40 jaar pastorale arbeid in resp. Houten, Oldenzaal, Montfoort, Gelreziekenhuizen Apeldoorn, de H. Kruis- en de H.Lebuinusparochie komt een einde. Ik kijk vooral in dankbaarheid terug op die 40 jaar. Ik heb het al die jaren een voorrecht gevonden om pastoraal werker te kunnen zijn en met u en anderen “in Jezus naam” op te mogen trekken en vreugde en verdriet samen te mogen delen.
Voor mijn afscheid was een viering gepland op 2 mei waarna ik graag persoonlijk afscheid van u zou hebben genomen. U zult begrijpen dat dat onder de huidige omstandigheden niet kan doorgaan. Maar we nemen ongetwijfeld op een later tijdstip persoonlijk afscheid van elkaar. Ik wilde het hier toch graag vermelden zodat u begrijpt waarom u na 3 mei minder van mij hoort en ziet.
Ik hoop dat u allen gezond blijft en dat u mensen om u heen heeft die de deur van hun hart voor u open blijven houden.
Harry Bloo, pastoraal werker H. Kruis- en H. Lebuinusparochie