Interview met Theo van Leeuwen en Emile Hilgers
We maakten een afspraak met zijn drieën. Hoe verrassend het ook is: “Nee, ze kennen elkaar niet...”, hoewel Emile Hilgers en Theo van Leeuwen binnen de parochie toch allebei een behoorlijke staat van dienst hebben als vrijwilliger. Dus eerst maar een kennismakingsrondje.
Theo en zijn echtgenote kwamen in 1996 in Deventer wonen, op de Zandweerd.
“We oriënteerden ons op de Broederenkerk, toen nog een zelfstandige parochie. Ik ben vrij snel in het kerkbestuur gestapt. Na de fusie van de 4 stadsparochies ben ik gestopt met het bestuurlijke werk. Nu doe ik nog wel projecten, maar dan wel op uitdrukkelijk verzoek. Als vrijwilliger werk ik nu voornamelijk voor Vluchtelingenwerk Deventer.“
Emile kwam met zijn gezin in 1980 in Colmschate wonen. Daar was toen nog geen kerk, wel mensen die op zondag in de Ichtuskerk bij elkaar kwamen voor de eucharistieviering olv pater Megens. “Toen de kerk hier opgericht werd, heb ik me ver gehouden van allerlei bestuursfuncties, ik was meer van de hand-en spandiensten. Ik ben wel altijd in de werkgroep liturgie actief geweest, van toen tot nu. In de jaren dat de kerk hier groeide werd er regelmatig een beroep op me gedaan... als vliegende keep heb ik van alles gedaan, van praktische technische zaken tot voorgaan in de diensten. Sinds mijn pensioen ben ik heel vaak te vinden in het TBH, en nu ook in bestuur.”
Ze zijn beiden geboren in 1950 en hebben dus , zoals Theo zegt “nog net de nadagen van het rijke Roomse katholieke leven meegemaakt.” Emile heeft een carriere in het onderwijs afgerond, Theo ging na 20 jaar intramurale fysiotherapie zorg te leveren over op het publiceren en onderwijzen over medezeggenschap.
Hoe ontstond het idee om een wake te houden?
Theo: In 1994 startte Peter Dullaert in de Broederenkerk met een wake van Witte Donderdag op Goede Vrijdag. Beetje ingewikkeld, want het betekende dat je liturgisch gezien een wake zou moeten doen in aanbidding voor het Allerheiligste. Peter had een mengvorm gemaakt: tot middernacht in de Sacristie voor het Allerheiligste. Vanaf middernacht in de kerk. Emile: In het Titus Brandsma Huis zijn we er 3 jaar geleden mee begonnen. Na de reorganisatie van de parochie mochten we in het TBH geen weekenddiensten meer houden, we mochten wel bidden met elkaar. Zo ontstond het idee van de wake.
Hoe is het georganiseerd?
In het Titus Brandsma Huis begint de wake begint op vrijdagmiddag na de kruisweg tot zonsopgang op Paasochtend. Op Goede Vrijdag om 19.00 uur houden we nog een meditatie. Het hele lijdensverhaal wordt verteld door meerdere vertellers. Jezus'7 kruiswoorden worden extra belicht en we geven een duiding mee naar onze tijd.
Op het priesterkoor wordt een graf nagebouwd, waarvan de steen op Paasochtend vanzelf wegrolt. Maar het centrale punt van aandacht en aanbidding is het grote kruisbeeld.
Wij delen de dagen in in periodes van 3 uur, waarbij steeds minimaal 2 mensen aanwezig zijn, ook mensen uit bijvoorbeeld de Ichtuskerk. De jongeren van Start abc nemen ook een periode voor hun rekening. Zij vullen het in op hun eigen manier passend bij hun geloofsbeleving.
Het is geen uitdrukkelijk stille wake. Om het uur lezen we een stukje uit een evangelie.
Soms zet iemand een stukje Mattheuspassion op, een ander gaat zingen, soms is het echt heel stil.
In de Broederenkerk loopt de wake vanaf Goede Vrijdag 20.00 tot Stille Zaterdag 08.00 uur. Het is uitdrukkelijk stille wake, We waken tijdens de periode waarin Jezus in het graf ligt en er groot gevoel is van onzekerheid . “Wat nu?” Mensen zitten in stilte en in gebed voor het hoogaltaar, en worden geconfronteerd met een leeg tabernakel. Er branden alleen kaarsen. Elk uur zijn er minstens 2 nieuwe “wakers”. Maar mensen blijven ook vaker langer dan een uur zitten.
Gemiddeld zitten er 20 mensen, waarvan ook een deel “binnenlopers”. Maar ook menig bezoeker van de Matteuspassie in de Bergkerk op vrijdagavond komen in de Broederen nog een tijdje in stilte waken.
Het is natuurlijk apart dat je in deze tijd 's nachts een gebouw open houdt en daar met 2,3,4 mensen zit in de kleine uurtjes.
Theo: Veiligheid blijft een item. Mensen zijn goed geinstrueerd: bellen bij onraad.
De deuren staan natuurlijk niet wagenwijd open, De deur is niet op slot, maar je moet het al wel weten. Je hebt wel eens “verdwaalde” binnenlopers, maar er zijn nooit problemen.
Waar loop je tegenaan organisatorisch?
De grootste uitdaging voor allebei is om elk jaar alle uren bemand te krijgen. De kleine uurtjes zijn het moeilijkst, terwijl het wel de meest intense zijn.
Alle eerdere deelnemers aanschrijven, intekenlijsten achterin de kerk, en daarnaast mensen actief benaderen... In het Titus Brandsma Huis lijkt het rooster iets makkelijker in te vullen, maar beiden zijn steeds op zoek naar extra mensen.
Hoe wordt de wake beleefd door de deelnemers?
Emile: na de eerste keer heeft Janny, mijn vrouw, een stukje geschreven over haar beleving van deze wake.
“In de stilte van de wake kom je tot jezelf.
Dat grote kruis, de grot, kaarsen, krans met witte bloemen,
lezingen en muziek, en vooral de stilte.
Het maakte diepe indruk op mij, je bent je dan bewust dat
Jezus voor jou gestorven is aan dat grote kruis.
Toen ik op zondagochtend vroeg binnenkwam voor het einde van de Wake,
voelde ik tot in mijn vezels de devotie die er heerste.”
Theo: Die ervaring lijkt heel sterk op wat bij ons ervaren wordt. Bij ons speelt daarbij ook de omgeving een rol. Als je in die Middeleeuwse kerk zit, in alle stilte, voor dat lege tabernakel met alleen een beetje kaarslicht, is het alsof de gebeden, de klachten, alles wat mensen door de eeuwen heen in die kerk hebben gedacht in de de muren gezogen is en dan weer vrijkomt op het moment dat je je daarvoor openstelt. Voor wie daar een beetje gevoelig voor is, is het een hele indringende ervaring om daar te zitten.
Wat maakt de wake bijzonder tov andere momenten dat je in gebed in de kerk kan zijn?
Zonder aarzelen benoemt Theo de intensiteit van de beleving. Emile benoemt het als mystiek; de devotie is imponerend. Ze zijn het erover eens dat je er als het ware wordt ingezogen, je tijdsbeleving wordt ook anders. In de Broederenkerk hoor je ieder kwartier de klok, maar soms mis je'm ook gewoon
Theo: “Toen ik de eerste keer meedeed merkte ik dat ik ruim een half uur nodig heb om tot rust te komen, om alles kwijt te raken waarmee ik binnenkwam. Dan pas kan ik me gaan wijden aan de meditatie en de gedachten van dat moment.
Nu is het ook zo dat oefening wel kunst baart.”
Welke emotie overheerst bij jullie als je in de wake zit? Beleef je dat ook wel eens in een andere setting?
Theo: “Dat wisselt heel sterk, voor een deel de mystieke ervaring dat je de nabijheid van God voelt op dat moment. Maar de belangrijkste voor mij is de introspectie: goed bij jezelf te rade gaan tegen het licht van het lijden en sterven en de verwachte opstanding. Hoe verhoudt zich dat tot mijn leven? Waar schiet ik te kort, waar kan ik anders, beter..? Het is erg inspirerend.”
Emile sluit zich daarbij aan. ”De aanwezigheid van het goddelijke ervaren in de stilte, dat beleef ik met dezelfde intensiteit op andere plekken. Als ik ga wandelen bijvoorbeedl, dan geniet ik intens van het mooie in de natuur, van het gezelschap,,,Maar het diepe innerlijke ervaren hier kom ik daar niet tegen.”
Theo: “Mij gebeurt ook wel eens als ik in de natuur ben en overweldigd wordt door de schoonheid, als ik naar muziek luister. Maar dan overkomt het je . Dit is de enige plek waarvan je op voorhand weet dat het gaat gebeuren. Hier zoek je deze beleving .
Wat zou het betekenen als de wakes niet meer zouden doorgaan?
Zou je dan aspecten van deze beleving kunnen terugvinden in andere vormen van samenzijn binnen de parochie?
Emile: er worden nergens diensten georganiseerd waarin je 2 uur stil bent, als je bij een dienst bij de voorbeden voor eigen intenties een minuut stilte houdt, voelt dat lang... Theo beaamt dat: “Je mag blij zijn als een keer een moment stilte tegenkomt in een viering. Kerkgangers kijken elkaar dan vaak al aan: “gaat er iets mis?”
Emile: Pater Megens ging ooit in een oecumenische viering zitten na een korte overweging en dat heeft hij 20 minuten volgehouden. In het begin is er geschuifel, gekuch. En op zeker moment wordt het stil. …Die stilte is een deel van mijn geloofsbeleving op weg naar Pasen geworden.”
Eén ding staat vast: ze zouden allebei een andere plek zoeken waar het wel kan, stil zijn.